Download Print deze pagina

Renault TALISMAN 2021 Instructieboekje pagina 219

Advertenties

ADAPTIVE CRUISE CONTROL
Deze functie is een extra hulp tijdens het rijden. Dit is een extra hulp tijdens het rijden, die nooit de bestuurder kan ontslaan van de
verantwoordelijkheid om zich aan de snelheidslimieten en veilige afstanden te houden en alert te blijven.
De bestuurder moet altijd controle houden over de auto.
De bestuurder moet altijd zijn snelheid aanpassen aan de omgeving en aan de verkeersomstandigheden, ongeacht de aanwijzingen
van het systeem.
Met uitzondering van lijnen die rijstroken aanduiden, worden verkeersaanduidingen (verkeerslichten, borden, zebrapaden, enz.) niet herkend
door het systeem. Deze kunnen geen alarm of reactie van het systeem activeren.
Het systeem mag in geen geval worden vergeleken met een hindernissensensor of een antibotsingssysteem.
De adaptieve snelheidsregelaar mag alleen worden gebruikt op een autosnelweg of een autoweg met meerdere rijstroken en ge-
scheiden rijrichtingen.
Werkzaamheden/reparaties van het systeem
– Bij een botsing wordt de uitlijning van de radar en/of camera mogelijk gewijzigd, wat gevolgen kan hebben voor de correcte werking ervan.
Schakel het systeem uit en neem contact op met een merkdealer.
– Alle werkzaamheden in de buurt van de radar en/of camera (reparaties, vervangingen, aanpassingen aan de voorruit, lakwerk, enz.)
moeten worden uitgevoerd door een vakman.
Enkel een merkdealer mag aan het systeem werken.
Uitschakelen van de functie
Schakel de functie uit in deze gevallen:
– de auto op een bochtige weg rijdt;
– de auto wordt gesleept (bij pech);
– de auto een aanhangwagen of caravan trekt;
– de auto rijdt in een tunnel of in de buurt van een metalen structuur;
– de auto bij een tolwegpoort, een gebied met wegwerkzaamheden of in een smalle rijstrook komt;
– de auto een zeer steile helling op- of afrijdt;
– het zicht slecht is (verblindend zonlicht, mist, enz.);
– de auto rijdt op een glad wegdek (regen, sneeuw, grind, enz.);
– de weersomstandigheden slecht zijn (regen, sneeuw, zijwind, enz.);
– de radarzone is beschadigd (schokken, inslagen, enz.);
– de camerazone is beschadigd (bijv. de binnen- of buitenkant van de voorruit);
– de voorruit is gebarsten of vervormd.
Als het systeem abnormaal werkt, schakelt u dit uit en raadpleegt u een merkdealer.
(12/13)
2.97

Advertenties

loading