KAART: algemeen
(1/3)
1
4
1 Ontgrendelen van alle portieren.
2 Vergrendelen van alle portieren.
3 Vergrendelen/ontgrendelen van alleen de
achterklep en, afhankelijk van de auto,
openen/sluiten van de gemotoriseerde
achterklep ➥ 3.47.
4 Op afstand inschakelen van de ver-
lichting.
1.2
Met de kaart kunt u:
– de portieren, de achterklep en de tan-
kdopklep vergrendelen/ontgrendelen
(raadpleeg de volgende bladzijdes);
– de verlichting inschakelen op afstand van
de auto (raadpleeg de volgende bladzij-
des);
2
– de elektrische ruiten en, afhankelijk van
de auto, het open dak automatisch op af-
3
stand sluiten. ➥ 3.26 en ➥ 3.28;
– motor starten ➥ 2.3.
Actieradius
Controleer of de batterij van het juiste model
en in goede conditie is, en correct geplaatst.
De levensduur is ongeveer twee jaar: moet
worden vervangen als het bericht "Batterij
kaart bijna leeg" op het instrumentenpaneel
wordt weergegeven ➥ 5.30.
Bereik van de card
Dit wordt beïnvloed door de omgeving. Let
bij het vasthouden van de kaart op dat u niet
per ongeluk op de knoppen drukt waardoor
de portieren worden vergrendeld of ontgren-
deld.
Let op: Als een van de portieren of de ach-
terklep open of niet goed gesloten is, mislukt
het vergrendelen en knipperen de knipper-
lichten en de zijknipperlichten niet.
Radiostoringen
De werking van de kaart kan gestoord
worden in de omgeving van een zendinstal-
latie of bij gebruik van apparatuur die werkt
op dezelfde frequentie als de kaart.
Bij lege batterij, kunt u de auto altijd
vergrendelen/ontgrendelen en starten.
➥ 1.9 en ➥ 2.3.