UITPARKEERWAARSCHUWING
Op basis van de informatie van de radars
aan elke kant van de achterbumper (zone A)
waarschuwt het systeem de bestuurder als
er een andere auto in de detectiezone ver-
schijnt B.
De functie wordt ingeschakeld als:
– de achteruitversnelling is ingeschakeld;
en
– De auto staat stil of rijdt met lage snel-
heid.
2.108
(1/4)
A
B
De detectiecapaciteit van het systeem
hangt af van de omgeving rond de auto
(vaste objecten, enz.), de staat van de
bumper, enz.
Deze functie is een extra hulp
tijdens het rijden. Deze func-
tie kan in geen geval de waak-
zaamheid en verantwoordelijk-
heid van de bestuurder vervangen; deze
moet altijd de controle over zijn auto be-
houden.
B
B
Bijzonderheid
Zorg ervoor dat de radarzone A niet bedekt
is (stickers, modder, sneeuw, enz.).
Als een radar bedekt is, verschijnt het be-
richt "Zijsensoren geen zicht" op het instru-
mentenpaneel. Reinig het gebied waar de
sensoren zich bevinden.
B