VERLICHTING EN SIGNALEN
Welkomstverlichting op de externe
handgrepen
Als deze functie actief is, lichten de lampjes
op de externe handgrepen automatisch op
als de kaart wordt gedetecteerd, als de auto
wordt ontgrendeld of als een portier wordt
geopend.
Ze gaan automatisch uit:
– ongeveer één minuut nadat ze zijn aan-
gegaan;
– bij het starten van de motor;
of
– wanneer de auto wordt vergrendeld.
Inschakelen/uitschakelen van de functie
Zie de gebruiksaanwijzing van het multime-
diasysteem om de externe welkomstfunctie
in of uit te schakelen.
Selecteer "ON" of "OFF".
(7/8)
4
.
Functie "uitschakelvertraging"
Met deze functie kunt u de markeringslich-
ten en dimlichten korte tijd inschakelen (bijv.
voor het bijlichten bij het openen van een
hek).
Als de motor en de lichten uitgescha-
keld zijn, de 4 ring op AUTO staat, trekt u
de hendel 1 naar u toe: de markeringslichten
en dimlichten gaan ongeveer 30 seconden
1
aan samen met de waarschuwingslampjes
š
k
en
neel.
Om deze tijd te verlengen, kunt u de schake-
laar tot vier keer naar u toe trekken (de maxi-
male tijd is ongeveer twee minuten).
De boodschap " _ _ _" met de oplichttijd ver-
schijnt op het instrumentenpaneel om deze
handeling te bevestigen. Daarna kunt u uw
auto vergrendelen.
Om de verlichting uit te schakelen voordat
deze automatisch uitschakelt, verdraait u de
ring 4 (de stand is onbelangrijk) en draait u
deze daarna terug in de stand AUTO.
op het instrumentenpa-
1.91