5
Storingsindicatielamp
W
3 71
5
Laat auto spoedig
C
nakijken 3 71
4
Schakel motor uit
+
3 71
4
Systeemcontrole
X
3 72
6
Rem- en koppelings‐
h
systeem 3 72
1 /
Parkeerrem3 72
j
5
2
Automatische bedie‐
o
ning van elektrische
handrem uit 3 72
5
Storing elektrische
k
parkeerrem 3 72
2
Antiblokkeersysteem
i
(ABS) 3 73
1
Schakelen 3 73
Y
2
Lane Keep Assist
L
3 73
1
Parkeerhulp 3 73
1
Instrumenten en bedieningsorganen
2 /
Elektronische stabili‐
J
5
teitsregeling en Trac‐
tion Control-systeem
3 73
4
Koelvloeistoftempera‐
V
tuur te hoog 3 73
1
Voorverwarmen 3 74
z
2 /
Uitlaatfilter 3 74
t
3
1
AdBlue 3 74
u
2 /
Spanningsverliesde‐
q
3
tectie 3 74
4
Motoroliedruk 3 74
T
2
Te laag brandstofpeil
r
3 75
1
Autostop 3 75
n
1
Buitenverlichting
F
3 75
1
Dimlicht 3 76
D
1
Groot licht 3 76
A
1
Grootlichtassistentie
B
3 76
1
Mistlampen voor
G
3 76
1
Mistachterlicht 3 76
H
1
Regensensor 3 76
y
2 /
Actief noodstopsys‐
m
3
teem 3 76
2 /
Verkeersbordherken‐
4
3
ning 3 76
2
Portier open 3 77
P
5
Laat auto spoedig
i
nakijken 3 71
2
Oplaadkabel aange‐
j
sloten 3 75
READY 1
Auto gereed 3 75
2
Beperkt motorver‐
M
mogen 3 75
3
Storing waarschuwing
K
voetgangersveiligheid
3 76
Richtingaanwijzers
1 brandt of knippert groen.
Brandt kort
De parkeerlichten worden ingescha‐
keld.
69