200
Rijden en bediening
Bij bediening het koppelingspedaal
helemaal intrappen. Uw voet niet op
het pedaal laten rusten.
Wanneer het systeem gedurende een
bepaalde tijd koppelingsslip waar‐
neemt, wordt het motorvermogen
verlaagd. Er komt een waarschuwing
in het Driver Information Center. Laat
de koppeling los.
Voorzichtig
Rijd bij voorkeur niet met de hand
voortdurend op de selectorhendel.
Aanduiding versnelling 3 73.
Stop/Start-systeem 3 181.
Rijsystemen
Rijmodi
De volgende rijmodi zijn selecteer‐
baar:
● Normale modus
● SPORT-modus
● Eco-modus
Elke rijmodus komt overeen met een
andere boordinstelling.
Gebruik de afgebeelde wipschake‐
laar om de betreffende rijmodus te
selecteren.
Normale modus
De instellingen in deze modus
worden standaard ingesteld. Elke
keer dat u het contact inschakelt,
wordt deze modus geselecteerd.
BEV: voor een optimale actieradius
wordt het vermogen van de elektro‐
motor verminderd.
SPORT-modus
De instellingen in deze modus laten
dynamischer rijden toe. U kunt de
rijdynamiekparameters bekijken op
het Driver Information Center.
BEV: in deze modus is het vermogen
van de elektromotor maximaal.
Eco-modus
Vermindert het brandstofverbruik
door optimaliseren van de werking
van het klimaatregelsysteem en,
afhankelijk van de versie, het gaspe‐
daal, de automatische versnellings‐
bak en de schakelindicator.
Tijdens het uitrollen van de auto loopt
de motor stationair met minder
remmen op de motor.