108
Infotainmentsysteem
Afhankelijk van de actieve applicatie
of functie verschijnt een bepaald toet‐
senbord.
Toetsenborden voor tekstinvoer
Toetsenborden voor tekstinvoer
kunnen meerdere invoervelden
bevatten. Raak een invoerveld aan
om tekst in te voeren.
Druk op de betreffende schermtoets
om een letterteken in te voeren. Als u
de toets loslaat, wordt het teken inge‐
voerd.
Houd de lettertekentoets ingedrukt
om gerelateerde letters in een pop-
upmenu te bekijken. Laat deze los en
selecteer dan de gewenste letter.
Tik op 0..# om over te schakelen op
het toetsenbord met symbolen.
Tik op Aa om weer over te schakelen
op het toetsenbord met letters of om
te wisselen tussen hoofdletters en
kleine letters.
Tik op M om voor het toetsenbord
met letters te wisselen tussen
normale lay-out en alfabetische lay-
out.
Tik op T om het laatst ingevoerde
teken of symbool te verwijderen.
Om op een willekeurig punt in de
tekstinvoer een teken of symbool te
verwijderen: tik op het gewenste punt
om de cursus op dat punt te laten
knipperen en tik vervolgens op T.
Audio-instellingen
Druk op SET / z, selecteer Audio-
instellingen gevolgd door het tabblad
Equalizer.
U beschikt over diverse voorgedefini‐
eerde instellingen om het geluid te
optimaliseren voor een bepaald
muziekgenre (zoals Pop-Rock of
Klassiek).
Selecteer Gebruiker of Persoonlijk
om het geluid naar eigen smaak aan
te passen. Wijzig de instellingen naar
eigen goeddunken en bevestig
vervolgens uw instellingen.