226
Rijden en bediening
Waarschuwing voetganger vóór
Bij te snel naderen van een gedetec‐
teerde voetganger verschijnt er een
waarschuwingsbericht op het Driver
Information Center. Er klinkt een
geluidssignaal.
De cruise control kan ontkoppeld
worden wanneer het voetgangersbe‐
schermingssysteem vóór afgaat.
Systeembeperkingen
In de volgende gevallen detecteert de
voetgangersbescherming vóór
mogelijk geen voetganger vóór de
auto of werkt de sensor mogelijk maar
beperkt:
● bij ritten op bochtige of heuvel‐
achtige wegen
● bij rijden in het donker
● bij een beperkt zicht door weers‐
omstandigheden, zoals bij mist,
regen of sneeuw
● de sensor in de voorruit of de
radarmodule achter de voorbum‐
per is afgedekt door sneeuw, ijs,
sneeuwbrij, modder, vuil of
vreemde voorwerpen, bijv. stic‐
kers of een kentekenplaatsteun
● de voorruit is beschadigd
● de bumper is beschadigd
Parkeerhulp
Algemene informatie
Het systeem achter is uitgeschakeld
wanneer er een stekker op de
aansluiting van de trekhaak is aange‐
sloten.
9 Waarschuwing
De bestuurder is zelf geheel
verantwoordelijk voor het inparke‐
ren.
Controleer bij het achteruit- en
vooruitrijden en het gebruik van de
parkeerhulp de zone rondom de
auto.
Parkeerhulp achter
Het systeem waarschuwt de bestuur‐
der met geluidssignalen en een
displaymelding tegen mogelijk
gevaarlijke obstakels achter de auto
terwijl de achteruitversnelling inge‐
schakeld is.
Het systeem gebruikt ultrasone
parkeersensoren in de achterbum‐
per.
Activering
Na het inschakelen van de achteruit‐
versnelling klinkt er een geluidssig‐
naal uit de luidsprekers achter en
verschijnt er een displaymelding. Als
er geen geluidssignaal klinkt, de
displaymelding niet verschijnt of er
een waarschuwingsbericht
verschijnt, heeft het systeem een
storing.