Voorzichtig
Stop en zet de motor af wanneer
de koelvloeistoftemperatuur te
hoog is. Kans op motorschade.
Controleer het koelvloeistofpeil
meteen.
Peilsensor motorolie
Volgens de service-informatie
verschijnt het motoroliepeil op het
Driver Information Center gedurende
enkele seconden na het inschakelen
van het contact.
Een correct motoroliepeil wordt
aangegeven via een melding.
Als het motoroliepeil te laag is, knip‐
pert T, verschijnt er een bericht en
brandt het lampje C. Meet het
motoroliepeil met behulp van de peil‐
staaf en vul zo nodig motorolie bij.
Motorolie 3 271.
Een meetfout wordt aangegeven via
een melding. Meet het motoroliepeil
handmatig met behulp van de peil‐
staaf.
Instrumenten en bedieningsorganen
Service-display
Het servicesysteem geeft aan
wanneer verversing/vervanging van
de motorolie en het oliefilter vereist is
of als de auto toe is aan een service‐
beurt. Afhankelijk van de rijomstan‐
digheden kan het vereiste verver‐
sings-/vervangingsinterval van de
motorolie en het oliefilter aanzienlijk
variëren.
Service-informatie 3 305.
Het bericht voor geplande service
blijft bij inschakeling van het contact
enkele seconden op het Driver Infor‐
mation Center staan.
Als er de komende 3000 km of meer
geen onderhoud vereist is, verschijnt
er geen service-informatie op het
display.
Als er binnen de komende 3000 km
onderhoud vereist is, verschijnt de
resterende afstand tot de volgende
beurt, de afgelegde afstand sinds de
laatste beurt of de resterende tijd tot
de volgende beurt gedurende enkele
seconden. Als geheugensteuntje licht
het symbool C even op.
Als er binnen 1000 km onderhoud
vereist is, verschijnt de resterende
afstand tot de volgende beurt, de
afgelegde afstand sinds de laatste
beurt of de resterende tijd tot de
volgende beurt gedurende enkele
seconden. Als geheugensteuntje licht
C continu op.
Achterstallige service wordt aange‐
duid met een bericht op het Driver
Information Center dat de overschre‐
den afstand aangeeft. C knippert
eerst en blijft vervolgens continu
branden totdat de service is verricht.
Service-interval resetten
Na iedere servicebeurt moet de
service-indicator voor de beste
werking worden gereset. Het wordt
geadviseerd daarvoor de hulp van
een werkplaats in te roepen.
Doe het volgende, als u de service
zelf verricht:
● schakel het contact uit
67