248
Rijden en bediening
Het systeem detecteert geen onbe‐
doeld verlaten van de rijstrook
wanneer de richtingaanwijzers
worden bediend en gedurende
enkele seconden na het uitschakelen
van de richtingaanwijzers.
Als het systeem waarneemt dat het
stuurwiel niet voortdurend wordt vast‐
gehouden, onderbreekt het een corri‐
gerende beweging na korte tijd.
Bij waarnemen van rijden zonder
handen tijdens een correctie
verschijnt er een waarschuwingsbe‐
richt op het Driver Information Center
en klinkt er een geluidssignaal. Hoe
langer de handen van het stuur blij‐
ven, hoe langer het geluidssignaal
duurt.
Een Lane Departure Warning op het
Driver Information Center waar‐
schuwt wanneer het systeem de auto
niet binnen de rijstrook kan houden
en er onmiddellijke actie van de
bestuurder vereist is.
Als de auto is uitgerust met actieve
dodehoekdetectie, wordt de onder‐
breking van de rijstrookcorrectie
mogelijk geannuleerd.
Dodehoeksysteem 3 237.
Let op
Het systeem kan worden uitgescha‐
keld als het wegen waarneemt die te
smal, te breed of te kronkelig zijn.
Er moet aan de volgende voorwaar‐
den zijn voldaan om het systeem te
laten corrigeren:
● de rijsnelheid moet tussen
65 km/h en 180 km/h liggen
● de richtingaanwijzers zijn niet
ingeschakeld
● de elektronische stabiliteitsrege‐
ling is geactiveerd maar werkt op
dat moment niet
● er is geen stekker op de aanslui‐
ting van de trekhaak aangesloten
● geen sportieve rijstijl, d.w.z.
intrappen van het rem- of gaspe‐
daal
● wegen met goede rijstrookmar‐
keringen
● er is geen compact reservewiel
gemonteerd
● de auto maakt geen scherpe
bocht
● er is geen systeemstoring die
correcties in de weg staat
Afhankelijk van de versie is het Lane
Departure Warning-systeem actief
wanneer er een systeemstoring is,
een compact reservewiel is gemon‐
teerd of er bijv. een aanhanger is
aangekoppeld.
Lane Departure Warning 3 246.
Activering
Afhankelijk van de versie wordt het
systeem automatisch ingeschakeld
wanneer het contact wordt ingescha‐
keld. Als het systeem is geactiveerd,
brandt het led-lampje in de toets j
niet. Druk om een gedeactiveerd
systeem te activeren op j.