De functie kan worden gedeactiveerd
of geactiveerd in de Persoonlijke
instellingen 3 83.
Ingestelde snelheid overschrijden
Het is mogelijk te versnellen door gas
te geven. Na het loslaten van het
gaspedaal wordt opnieuw de opge‐
slagen snelheid aangehouden.
Functie deactiveren
Druk op i, de cruisecontrol staat in
de pauzemodus en er verschijnt een
bericht. U rijdt in de auto zonder crui‐
secontrol.
De cruisecontrol wordt gedeacti‐
veerd, maar niet uitgeschakeld. De
laatst opgeslagen snelheid blijft voor
later hervatten van de snelheid in het
geheugen.
De cruise control wordt automatisch
gedeactiveerd in de volgende situ‐
aties:
● Het rempedaal wordt bediend.
● De rijsnelheid is lager dan
40 km/u.
● Het Traction Control-systeem of
de elektronische stabiliteitsrege‐
ling is actief.
● De keuzehendel staat in de stand
N (automatische versnellings‐
bak) of de eerste of tweede
versnelling (bij sommige handge‐
schakelde versnellingsbakken) is
ingeschakeld.
● Het koppelingspedaal is gedu‐
rende enkele seconden ingetrapt
(afhankelijk van de handgescha‐
kelde versnellingsbak).
Opgeslagen snelheid hervatten
Duw het stelwiel naar RES/+ bij een
snelheid hoger dan 40 km/u. De
opgeslagen snelheid wordt hervat.
Systeem uitschakelen
Druk op v, de cruisecontrolmodus
wordt gedeactiveerd en de cruisecon‐
trolaanduiding op het Driver Informa‐
tion Center dooft.
Bij het indrukken van 5 om de snel‐
heidsbegrenzer uit te schakelen
wordt u de cruisecontrol gedeacti‐
veerd.
Rijden en bediening
Bij het uitschakelen van het contact
gaat een geprogrammeerde snelheid
verloren.
Storing
Bij een storing in de cruisecontrol
wordt de ingestelde snelheid gewist,
waarbij de streepjes gaan knipperen.
De snelheidslimietdetectie werkt
mogelijk niet goed, als de verkeers‐
borden niet voldoen aan het Verdrag
van Wenen inzake verkeersborden
en verkeerstekens.
Snelheidsbegrenzer
De snelheidsbegrenzer voorkomt dat
de auto een vooraf ingestelde snel‐
heidslimiet overschrijdt.
De snelheidslimiet kan worden inge‐
steld op een snelheid hoger dan
30 km/u.
U kunt accelereren tot de ingestelde
snelheid. Bij het afrijden van hellingen
zijn afwijkingen van de snelheidsli‐
miet mogelijk.
U kunt de ingestelde snelheid tijdelijk
overschrijden door stevig op het
gaspedaal te trappen.
209