106
Infotainmentsysteem
Voertuiginstellingen
Selecteer _ om een menu te
openen voor autospecifieke instellin‐
gen.
Persoonlijke instellingen 3 83.
Menubediening
Het display van het Infotainmentsys‐
teem heeft een aanraakgevoelig
oppervlak voor rechtstreekse interac‐
tie met de getoonde menubedie‐
ningsorganen.
Voorzichtig
Gebruik geen puntige of harde
voorwerpen zoals balpennen,
potloden en dergelijke voor het
aanraakscherm.
Een schermtoets of menuoptie
selecteren of activeren
Druk op een schermtoets of menu‐
optie.
Let op
De meeste weergegeven pictogram‐
men in een menu, zoals e of d in het
gegeven voorbeeld, zijn schermtoet‐
sen die u kunt aanraken om een
bepaalde actie te starten.
De betreffende systeemfunctie wordt
geactiveerd, er verschijnt een bericht
of een submenu met verdere opties.
Schermtoetsen 3 en A / OK
Tik bij het navigeren door de menu's
in het desbetreffende submenu op
3 om terug te gaan naar het
bovenliggende menu.
Wanneer de schermtoets 3 niet
wordt getoond, bent u op het hoogste
niveau van het desbetreffende menu.
Raak na het selecteren van menuop‐
ties of het configureren van instellin‐
gen in een menu A / OK aan om uw
instellingen te bevestigen. Anders
gaan al uw selecties of instellingen
verloren.