178
Rijden en bediening
Starten en bediening
Nieuwe auto inrijden
Rem tijdens de eerste ritten niet te
krachtig.
Bij de eerste rit kunnen was- en olie‐
dampen van het uitlaatsysteem rook‐
vorming veroorzaken. Parkeer de
auto na de eerste rit een tijdje in de
open lucht en adem de dampen niet
in.
Tijdens het inrijden kunnen het brand‐
stof- en motorolieverbruik hoger zijn.
Ook wordt het uitlaatfilter mogelijk
vaker geregenereerd.
Uitlaatfilter 3 185.
Contactslotstanden
Draai de sleutel op:
0 : blokkeerstand: sommige functies
blijven actief totdat de sleutel
wordt uitgenomen of het bestuur‐
dersportier wordt geopend, op
voorwaarde dat het contact van
tevoren aan was
1 : accessoirestand: contact inge‐
schakeld, dieselmotor wordt
voorverwarmd, controlelampjes
branden en de meeste elektri‐
sche functie zijn te gebruiken
2 : startstand: laat de sleutel los
nadat de motor is aangeslagen
Stuurslot
Afhankelijk van de versie is de auto
mogelijk uitgerust met een stuurslot.
Trek in dit geval de sleutel uit het
contactslot en draai aan het stuurwiel
totdat het vastklikt.
9 Gevaar
Trek tijdens het rijden nooit de
sleutel uit het contactslot omdat
hierdoor het stuurslot, afhankelijk
van de versie, wordt ingeschakeld.
Aan/Uit-knop
De elektronische sleutel moet in de
auto aanwezig zijn.