230
Rijden en bediening
Als het obstakel (1) zich binnen de
rijstrook bevindt en er een aanrijding
kan plaatsvinden, klinkt er een
geluidssignaal.
Obstakels (2) dicht bij de auto, maar
niet binnen de berekende rijstrook
worden op het Info-Display aangege‐
ven, maar er klinkt geen geluidssig‐
naal.
Zijbescherming
Als het obstakel zich naast de auto en
binnen de rijstrook bevindt en er een
aanrijding kan plaatsvinden, klinkt er
een geluidssignaal. Obstakels naast
de auto worden alleen meegenomen
als ze zijn eerder herkend door de
parkeersensoren en door het
systeem zijn opgeslagen.
9 Waarschuwing
Alleen vaste obstakels worden
goed aangegeven.
Bewegende obstakels aan het
begin van een manoeuvre worden
wellicht bij vergissing gedetec‐
teerd.
Bewegende obstakels die naast
de auto verschijnen en niet eerder
door de parkeersensoren waren
herkend, worden niet aangege‐
ven.
Voorwerpen in het geheugen bij het
inparkeren wordt alleen worden
meegenomen tijdens de huidige
contactcyclus.
Zijbescherming bij auto's met
geavanceerde parkeerhulp
Bij modellen met geavanceerde
parkeerhulp waarschuwt deze de
bestuurder met geluidssignalen en
een displaymelding bij obstakels
naast de auto.
Systeembeperkingen
Bij een storing of als het systeem
tijdelijk niet goed werkt, bijv. vanwege
veel geluid buiten of andere storende
factoren, gaat C op het Driver Infor‐
mation Center branden. Er verschijnt