240
Rijden en bediening
Werking
Links op het display kunt u de
verschillende weergaven kiezen.
Wijzig het soort weergave te allen
tijde tijdens een manoeuvre door het
aanraakveld onderin het display aan
te raken en een weergave uit het
weergaveselectiemenu te selecteren:
● Standaardweergave
● Auto-modus
● Ingezoomde weergave
● 180°-weergave
Bij het kiezen van een bepaalde
weergave wordt het display onmid‐
dellijk bijgewerkt.
Auto-modus is standaard geacti‐
veerd. In deze modus kiest het
systeem op basis van de informatie
van de parkeersensoren de beste
weergave, de standaardweergave of
ingezoomde weergave.
De stand van het systeem blijft bij
uitschakeling van het contact niet in
het geheugen staan.
Standaardweergave
Het gebied achter de auto wordt
weergegeven op het scherm. De
verticale lijnen geven de breedte van
de auto aan met de spiegels uitge‐
klapt. De lijnen buigen met het stuur‐
wiel mee.
De eerste horizontale lijn ligt op een
afstand van zo'n 30 cm van de rand
van de achterbumper. De bovenste
horizontale lijnen staan voor afstan‐
den van zo'n 1 en 2 m.
Deze weergave is beschikbaar in de
Auto-modus of in het menu voor
Weergavekeuze.
Auto-modus
Deze modus is standaard geacti‐
veerd. Als de auto is uitgerust met
ultrasone parkeersensoren, veran‐
dert de automatische weergave van
het achteraanzicht naar het boven‐
aanzicht wanneer een obstakel
nadert tijdens een manoeuvre.
Als de auto niet is uitgerust met ultra‐
sone parkeersensoren, moet het
aanzicht handmatig op het Info-
Display worden gewijzigd.
Ingezoomde weergave
De camera registreert de omgeving
van de auto tijdens het parkeren om
een bovenaanzicht van de auto en