Trekken
Auto slepen
Verwijder de dop.
Het sleepoog is opgeborgen bij het
boordgereedschap 3 283.
Schroef het sleepoog naar binnen en
draai het tot aan de aanslag in hori‐
zontale stand vast.
Bevestig de sleepstang aan het
sleepoog.
Sleepoog alleen gebruiken om de
auto weg te slepen en niet om deze
te bergen.
Schakel het contact in om de remlich‐
ten, de claxon, de voorruitenwissers
in te schakelen en, afhankelijk van de
versie, om het stuurslot te ontgrende‐
len.
Verzorging van de auto
Voorzichtig
Deactiveer de bestuurdersonder‐
steuningssystemen zoals de
actieve noodrem 3 220, omdat de
auto anders automatisch kan
remmen tijdens het slepen.
Zet de keuzehendel in neutraal.
Schakel de parkeerrem uit.
Voorzichtig
Langzaam wegrijden. Schok‐
kende bewegingen vermijden.
Buitensporige trekkrachten
kunnen de auto beschadigen.
Bij uitgeschakelde motor gaat
remmen en sturen aanmerkelijk
zwaarder.
Luchtrecirculatiesysteem inschake‐
len en ruiten sluiten, zodat er geen
uitlaatgassen van de slepende auto
kunnen binnendringen.
299