• Het alarmsysteem blijft actief wanneer de elektrisch
bediende achterklep wordt geopend. Als u op de
UW AUTO
achterklepknop drukt, wordt het alarmsysteem niet
uitgeschakeld. Als iemand de auto binnendringt via
de achterklep en een portier opent, gaat het alarm af.
VEILIGHEID
• Als het alarmsysteem is geactiveerd, kunt u de por-
tieren niet ontgrendelen met de portiervergrende-
lingsschakelaars in het interieur.
STARTEN EN
RIJDEN
Het alarmsysteem is bedoeld om uw auto te beveiligen,
maar er zijn omstandigheden die een ongewenst alarm
veroorzaken. Als een van de eerder beschreven proce-
WAARSCHU-
dures voor het inschakelen van het alarm is uitgevoerd,
WINGSLAMPJES
EN MELDINGEN
zal het alarmsysteem worden ingeschakeld, ongeacht of
u zich in de auto bevindt. Wanneer u dan in de auto
blijft zitten en vervolgens een portier opent, gaat het
NOODGEVALLEN
alarm af. Als deze situatie zich voordoet, schakel dan
het alarmsysteem uit.
SERVICE EN
ONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
18
Wanneer het alarmsysteem is geactiveerd en de accu
wordt losgekoppeld, blijft het alarmsysteem actief na-
dat de accu weer is aangesloten; de buitenlampen
knipperen en de claxon geeft een geluidsignaal. Als
deze situatie zich voordoet, schakel dan het alarmsys-
teem uit.
ALARMSYSTEEM HANDMATIG
ANNULEREN
Het alarmsysteem wordt niet ingeschakeld als u de
portieren vergrendelt met de knoppen voor handma-
tige portiervergrendeling.