• Als u met een veel te lage bandenspanning rijdt, raakt
de band oververhit en kan de band defect raken. Een
UW AUTO
te lage bandenspanning verhoogt ook het brandstof-
verbruik, vermindert de levensduur van de band en
kan het rij- en remgedrag van de auto nadelig beïn-
VEILIGHEID
vloeden.
• Het bandenspanningscontrolesysteem is geen ver-
vanging voor het juiste bandenonderhoud en de
STARTEN EN
bestuurder is er verantwoordelijk voor om de juiste
RIJDEN
bandenspanning te handhaven met gebruik van een
nauwkeurige bandenspanningsmeter, zelfs als de on-
WAARSCHU-
derspanning nog niet op het peil is gekomen waar het
WINGSLAMPJES
waarschuwingslampje voor lage bandenspanning aan-
EN MELDINGEN
gaat.
• Het bandenspanningscontrolesysteem registreert al-
NOODGEVALLEN
tijd de werkelijke bandenspanning, ook als die span-
ning onder invloed van temperatuurverschillen ver-
andert.
SERVICE EN
BASISSYSTEEM
ONDERHOUD
Het bandenspanningscontrolesysteem maakt gebruik
van draadloze technologie met op de velg gemonteerde
TECHNISCHE
elektronische sensoren die de bandenspanning meten.
SPECIFICATIES
De sensors, die bij het ventiel op de velgen zijn gemon-
teerd, sturen informatie over de bandenspanning naar
de ontvangstmodule.
INHOUD
142
OPMERKING: Het is uiterst belangrijk dat u de
spanning van alle banden van de auto maandelijks con-
troleert en de banden zo nodig op de juiste spanning
brengt.
Het bandenspanningscontrolesysteem bestaat uit de
volgende onderdelen:
• Ontvangstmodule
• Vier bewakingssensors bandenspanning
• Bandenspanningslampje
Waarschuwingen van het
bandenspanningscontrolesysteem
Als de spanning in een of meer banden te laag is,
gaat in de instrumentengroep het waarschu-
wingslampje voor lage bandenspanning branden en
klinkt er een geluidssignaal. Als dit gebeurt, dient u
direct te stoppen en de spanning van alle banden te
controleren. Breng de banden op de spanning die in de
bandenspanningstabel staat vermeld. Het systeem
wordt automatisch bijgewerkt en het waarschuwings-
lampje dooft zodra het systeem de juiste bandenspan-
ning registreert. Het is mogelijk dat u eerst ongeveer
20 minuten met een snelheid boven de 25 km/u moet
rijden, voordat het bandenspanningscontrolesysteem
deze informatie ontvangt.