VEILIGHEIDSCONTROLES BUITEN DE
AUTO
UW AUTO
Banden
Controleer de banden op overmatige of ongelijkmatige
slijtage. Controleer de banden op stenen, spijkers, glas
VEILIGHEID
of andere voorwerpen die in het loopvlak of de wang
vast zijn blijven zitten. Controleer het loopvlak op
sneden en scheuren. Controleer de wangen op sneden,
STARTEN EN
scheuren en bobbels. Controleer of de wielmoeren
RIJDEN
stevig zijn aangedraaid. Controleer de bandenspanning
(met inbegrip van het reservewiel) wanneer de banden
WAARSCHU-
koud zijn.
WINGSLAMPJES
EN MELDINGEN
Verlichting
Laat iemand de werking van de rem- en buitenverlich-
ting controleren terwijl u in de auto de verlichting
NOODGEVALLEN
bedient. Controleer de controlelampjes voor de rich-
tingaanwijzers en het grootlicht op het instrumenten-
paneel.
SERVICE EN
ONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
222
Portiersloten
Controleer of de portieren goed sluiten en worden
vergrendeld.
Vloeistoflekkage
Kijk na een nacht parkeren onder de auto. Controleer
op brandstof-, koelvloeistof-, olie- of andere vloeistof-
lekkage. Ook als u een benzinelucht ruikt of lekkage
van brandstof of rem- of stuurbekrachtigingsvloeistof
vermoedt, moet direct de oorzaak worden opge-
spoord en verholpen.