Geavanceerde frontairbags bieden samen met de knie-
bescherming extra bescherming aan de bestuurder en
voorpassagier. Ook de zijairbags zorgen in combinatie
met de veiligheidsgordels voor een betere bescherming
van de inzittenden.
Hier volgen enkele eenvoudige adviezen om het risico
op letsel door een geactiveerde airbag te verminderen:
Kinderen van 12 jaar en jonger moeten altijd goed
vastgegespt op de achterbank zitten.
WAARSCHUWING!
Kinderen mogen nooit in achterwaarts
geplaatste kinderzitjes worden vervoerd
op de voorstoel van auto's met een geavanceerde
frontairbag aan passagierszijde. Bij het opblazen
kan de airbag ernstig of zelfs dodelijk letsel aan
kinderen in die zitpositie toebrengen.
Kinderen die niet groot genoeg zijn om de veiligheids-
gordel op de juiste wijze te dragen (zie het hoofdstuk
over kinderzitjes) moeten veilig op de achterbank wor-
den vervoerd in een kinderzitje of op een zitverhoger.
Oudere kinderen die geen kinderzitje of zitverhoger
gebruiken, horen op de achterbank te zitten en de
veiligheidsgordel te dragen. Sta nooit toe dat kinderen
de schoudergordel onder de arm door dragen of ach-
ter de rug langs laten lopen.
Lees de instructies bij het kinderzitje, om er zeker van
te zijn dat u het zitje op de juiste manier gebruikt.
Alle inzittenden moeten te allen tijde hun driepuntsvei-
ligheidsgordel op de juiste wijze dragen.
Schuif de stoelen van bestuurder en voorpassagier zo
ver naar achteren als praktisch mogelijk is, zodat de
geavanceerde frontairbags ruimte hebben om te kun-
nen worden opgeblazen.
Leun niet tegen het portier of het raam. Als de auto is
uitgerust met zijairbags, worden die tijdens een aanrij-
ding krachtig opgeblazen in de ruimte tussen uzelf en
het portier.
Indien het airbagsysteem in deze auto aangepast moet
worden aan een invalide, neem dan contact op met
klantenservice. De telefoonnummers worden vermeld
in het hoofdstuk "Als u gebruik wilt maken van klan-
tenservice".
UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
WAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
SERVICE EN
ONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
211