1. Toerenteller
Deze meter telt het aantal omwentelingen per minuut
UW AUTO
van de motor (omw/min x 1000). Voordat de meter-
naald het rode gedeelte bereikt moet u gas terugnemen
om schade aan de motor te voorkomen.
VEILIGHEID
2. Snelheidsmeter
Geeft de snelheid van het voertuig aan.
3. Brandstofmeter
STARTEN EN
RIJDEN
De brandstofmeter geeft het brandstofpeil in de tank
aan wanneer de contactschakelaar zich in de stand
ON/RUN bevindt.
WAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
SERVICE EN
ONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
8
4. Koelvloeistoftemperatuurmeter
De thermometer geeft de temperatuur van de koel-
vloeistof aan. Als de meternaald het normale bereik
aanwijst, werkt het koelsysteem naar behoren. De
naald op de meter geeft mogelijk een hoge tempera-
tuur aan bij warm weer, op berghellingen, in druk
verkeer of bij het trekken van een aanhanger. Als de
naald oploopt tot het teken "H", moet u de auto zo
snel mogelijk aan de kant zetten. Als de airco (A/C)
aanstaat, zet deze dan uit. Zet de versnellingsbak in de
stand NEUTRAL en laat de motor stationair draaien.
Als de naald op "H" blijft staan, moet u de motor
onmiddellijk uitzetten en contact opnemen voor ser-
vice.
Laat de auto niet onbewaakt achter als
de motor draait, omdat u de thermome-
ter niet in de gaten kunt houden in geval
van oververhitting van de motor.