SpO
- en Pulse CO-Ox-bewaking Masimo SET MCable
2
Instelfuncties voor SpO
Alle instelfuncties voor SpO
den in het SpO
-dialoogvenster (zie "Toegang tot
2
het SpO2-dialoogvenster" op pagina 161).
Selectie
Beschikbare instellingen
1)
Toonvolume
Uit, 5, 10 (standaard), 20, 30, 40, 50, 60, 70,
80, 90, 100%
1)
Brontoon
– ECG (standaard) – de hartbliep pulseert bij
– SpO
SpO
-
Aan, Uit (standaard)
2
1)
staafdiagr.
Desat alarm
Aan (standaard), Uit
Gemidd. berek.
2 tot 4, 4 tot 6, 8 (standaard), 10, 12, 14, 16 s
1)
tijd
OPMERKING
1)
Deze instelling is standaard en kan uniek zijn voor elke patiëntcategorie; het is onderdeel van het
profiel.
162
-parameters
2
-parameters zijn te vin-
2
elke gedetecteerde polsslag.
2
Gebruiksaanwijzing Infinity Acute Care System – M540 patiëntmonitor VG2
Het dialoogvenster Limieten bevat de knoppen
Auto inst. en Alarm voor het configureren van de
alarmfuncties. Zie "Alarminstellingen van een pa-
tiënt configureren" op pagina 93 voor gedetailleer-
de informatie over alarmconfiguratie.
Beschrijving
Hiermee wordt het volume van de
pulstoon ingesteld.
Selecteert de bron van de puls-
toon die van invloed is op de
weergave van het ECG- en
SpO
-parametervak (zie
2
pagina 159). Voor de
SpO
-selectie geldt dat hoe hoger
2
de toon is, hoe hoger het
SpO
-verzadigingspercentage.
2
Toont een balkgrafiek die
evenredig is met de sterkte
van de polsslag.
Deze functie is alleen beschikbaar
in de neonatale modus. De alarm-
prioriteit wordt opgewaardeerd
naar Hoog als de SpO
meer dan 10 % onder de onder-
grens voor de SpO
valt.
Hiermee wordt bepaald hoe snel
de SpO
zigingen in de zuurstofverzadiging
van de patiënt.
OPMERKING
Een langere gemiddelde duur
biedt een nauwkeuriger resul-
taat. In klinische situaties waarin
snelle fysiologische veranderin-
gen moeten worden bewaakt
moet u echter een kortere gemid-
delde duur gebruiken.
-waarde
2
-alarmgrens
2
-waarde reageert op wij-
2