Alarmen
Parameter
Alarmgrensbereik
NIBP M pediatrisch
Bovenste:
11 tot 170 mmHg
Stap:
1 mmHg
1,4 tot 22,7 kPa
of 0,1 kPa
Onderste:
10 tot 169 mmHg
1,3 tot 22,6 kPa
NIBP M neonataal
Bovenste:
11 tot 130 mmHg
Stap:
1 mmHg
1,4 tot 17,3 kPa
of 0,1 kPa
Onderste:
10 tot 129 mmHg
1,3 tot 17,2 kPa
ΔTΔT1
Bovenste: 0,1 tot 39,0 °C
Stap: 0,1 °C
±
of 0,1
0,2 °F
Onderste: 0,0 tot 38,9 °C
Ta/T1a/Tb/T1b
Bovenste: 0,1 tot 50,0 °C
Stap: 0,1 °C
of 0,1 °F
Onderste: 0,0 tot 49,9 °C
IBP S volwassene
Bovenste:
–24 tot +300 mmHg
Stap:
1 mmHg
–3,2 tot +40,0 kPa
of 0,1 kPa
Onderste:
–25 tot +299 mmHg
–3,3 tot +39,9 kPa
102
Stan-
daardwaarden
voor bovengrens
85 mmHg
(11,3 kPa)
70 mmHg
(9,3 kPa)
1,0 °C
(3,6 °F)
0,2 tot 70,2 °F
0,0 tot 70,0 °F
39,0 °C
(102,2 °F)
32,2 tot 122,0 °F
32,0 tot 121,8 °F
– 160 mmHg
– 35 mmHg
Gebruiksaanwijzing Infinity Acute Care System – M540 patiëntmonitor VG2
Standaardwaar-
den voor onder-
grens
40 mmHg
(5,3 kPa)
40 mmHg
(5,3 kPa)
0,0 °C
(0,0 °F)
34,0 °C
(93,2 °F)
– 90 mmHg
(21,3 kPa) voor
(12,0 kPa)
GD1 tot 4,
voor GD1
ART, LV
tot 4, ART
– 75 mmHg
(4,7 kPa) voor
(10,0 kPa)
PA, RV
voor LV
– 10 mmHg
(1,3 kPa) voor
PA, RV
Archief stan-
daard
Uit
Uit
Uit
Uit
Uit