Impedantierespiratie (RRi)
Modi voor meting van respiratie
De volgende modi voor ademhalingsmeting zijn be-
schikbaar:
– Auto (standaard) – geschikt voor patiënten met
regelmatige ademhalingspatronen. Hiervoor
wordt de optimale waarde voor ademhalingsde-
tectie gebruikt zoals berekend aan het begin
van de ademhalingsbewaking.
– Handmatig – geschikt voor volwassen of pedi-
atrische patiënten van wie de ademhalingspa-
tronen buitensporige variaties tonen, of voor ne-
onatalen met onregelmatige ademhalingsrit-
men van wie ademhalingssignalen anders
misschien niet betrouwbaar kunnen worden be-
oordeeld. De M540 stelt niet zelf een drempel-
waarde voor ademhalingsdetectie aan het be-
gin van de ademhalingsbewaking in. In plaats
daarvan wordt de gevoeligheid voor ademha-
lingsdetectie van de monitor aangepast door de
wijzigingen die u in de curvegrootte aanbrengt
(zie pagina 45).
Toegang verkrijgen tot het dialoogvenster respiratie
1 Tip de respiratie parameter box aan.
2 Druk op de tab Instellingen.
148
Gebruiksaanwijzing Infinity Acute Care System – M540 patiëntmonitor VG2
Zie pagina 149 om de gewenste ademhalingsmo-
dus te selecteren.
WAARSCHUWING
Als u de grootte van de ademhalingscurve in
de modus Handmatig te laag instelt, worden
ondiepe ademhalingen mogelijk niet meege-
teld. Als u de grootte te hoog instelt, worden
cardiale artefacten mogelijk meegeteld als
ademhalingen. Gebruik daarom altijd
de ademhalingsmarkering om de ademha-
lingsdetectie bij de gewenste amplitude
te verifiëren.
of, als de parameter wordt niet weergegeven
1 Druk op een willekeurig parametervak > tab
Instellingen > Parameter wijzigen.
2 Druk op het gewenste parameterlabel om dit
weer te geven op het hoofdscherm.
3 Druk op het parametervak > tab Instellingen.