Montage en voorbereiding
Het beademingssysteem monteren
WAARSCHUWING
Risico op insufficiënte
anesthesiegasconcentraties
Als de componentaansluitingen van het
beademingssysteem niet voldoende lekdicht
zijn, kan er omgevingslucht in het ademgas
terecht komen.
Zorg ervoor dat alle componenten van het
beademingssysteem stevig vastzitten.
Het beademingsapparaat voorbereiden
D
C
B
A
Alleen gedesinfecteerde en gesteriliseerde
componenten mogen worden gebruikt.
1 Open de deur van het beademingsapparaat (A)
met de daaraan verbonden unit.
2 Maak de 3 klemmen (B) los.
3 Verwijder het deksel (D).
66
F
G
E
4 Plaats het rolmembraan (C) in het
beademingsapparaat. Na de montage moet de
inscriptie van Dräger zichtbaar zijn.
5 Plaats het deksel (D) en sluit de 3 klemmen
(B).
6 Breng de druksensorleiding (E) van de kamer
van het beademingsapparaat aan op het juiste
aansluitpunt.
7 Sluit de deur van het beademingsapparaat met
de daaraan verbonden unit.
Veiligheidsfuncties van het
beademingsapparaat
– Overdruk-veiligheidsventiel (F)
– Veiligheidsventiel ter beveiliging tegen
onderdruk (G)
– Druksensor in de kamer van het
beademingsapparaat
De CO
-absorber op het compact
2
beademingssysteem monteren
WAARSCHUWING
Risico op hoge inspiratoire CO
Als de ademkalk te lang wordt gebruikt, kan
de kooldioxide niet meer volledig worden
geabsorbeerd.
Controleer de kleur van de ademkalk
regelmatig, vooral als de inspiratoire CO
waarde onverwachts stijgt. Vervang indien
noodzakelijk.
Gebruiksaanwijzing Fabius Tiro SW 3.n
-waarden
2
-
2