Bediening
Beademingsmodus Volume Control
Compensatie van de compliantie van het
beademingsapparaat
De compensatie van de compliantie van het
beademingsapparaat is actief in de Volume
Control-modus, zodat het aan de patiënt
toegediende slagvolume (VT) overeenkomt met
het ingestelde slagvolume. De compliantie van het
beademingsapparaat wordt tijdens de lektest in de
Standby-modus vastgesteld, zie hoofdstuk
''Lektest'' op pagina 132.
De tijdens de lektest en compliantietest gebruikte
beademingsslangen moeten ook tijdens bedrijf
worden gebruikt.
Dit garandeert een exacte compensatie van de
compliantie.
OPMERKING
Als de prestatiegrenzen van het
beademingsapparaat zijn bereikt door de
ingestelde volumeregeling, kan de Fabius de
compensatie van de compliantie niet uitvoeren.
Als de prestatiegrens van het
beademingsapparaat is bereikt, kan de instelling
voor het slagvolume VT niet worden verhoogd.
Wijzigen naar de Volume Control-modus
In de volgende voorbeelden en afbeeldingen wordt
de wijziging van de Pressure Control-modus in
de Volume Control-modus beschreven:
Pressure Control
A
B
1 Druk op de Volume Control-toets (A).
100
2 Pas de beademingsinstellingen (B) aan.
3 Bevestig de nieuwe modus.
Volume Control
In de volgende tabel worden alle parameters (B) in
de Volume Control-modus, samen met de
bijbehorende instelbereiken en
fabrieksinstellingen, weergegeven.
Parameter
Instelbereik
Drukbegren-
15 tot 70,
zing PMAX
min. PEEP +10
[cmH
O]
2
([hPa])
Slagvolume VT
20 tot 1400
[mL]
Beademings-
4 tot 60
frequentie RR
[bpm] ([1/min])
Inspiratie-
4:1 tot 1:4
tijd:expiratie-
tijdTI:TE
Inspiratie-
0 tot 50
pauze:inspira-
tietijd TIP:TI
[%]
PEEP [cmH
O]
0 tot 20
2
([hPa])
Gebruiksaanwijzing Fabius Tiro SW 3.n
Fabrieksin-
stelling
40
600
12
1:2
10
0