Bewaking
Bewaking van de ademwegdruk
Parameterveld en curve voor de
ademwegdruk
Volume Control
A
H
De volgende parameters worden numeriek en
grafisch weergegeven in het parameterveld en als
curve voor de ademwegdruk:
A De positieve eind-expiratoire druk (PEEP) duidt
op de ademwegdruk aan het eind van de
expiratie in cmH
O (hPa). Het displaybereik ligt
2
tussen 0 en 30 cmH
B De plateaudruk (PLAT) duidt op de
ademwegdruk aan het eind van de inspiratie in
cmH
O (hPa). Het displaybereik ligt tussen 0
2
en 80 cmH
O (0 en 80 hPa).
2
of
De gemiddelde ademwegdruk (MEAN) duidt
op het gemiddelde van alle drukwaarden die
tijdens een ademhaling in cmH
geregistreerd. Het displaybereik ligt tussen 0
en 50 cmH
O (0 en 50 hPa).
2
126
C
B
D
E
F
G
O (0 en 30 hPa).
2
O (hPa) zijn
2
OPMERKING
De Fabius kan door DrägerService of een lokale
geautoriseerde servicepartner zo worden
geconfigureerd dat de gemiddelde ademwegdruk
(MEAN) wordt weergegeven in plaats van de
plateaudruk (PLAT).
C De piekdruk (PEAK) duidt op de hoogste
drukwaarde van elke beademing in cmH
(hPa). Het displaybereik ligt tussen 0 en
80 cmH
O (0 en 80 hPa).
2
D Alarmbovengrens
E Drempelwaarde voor de druk
F Drukcurve
G Drempelwaarde voor de druk als een lijn
De drempelwaarde voor de druk wordt gebruikt
voor de detectie van apnoe (disconnectie) en
continue druk. Als de drukcurve de
drempelwaarde zowel van bovenaf als van
onderaf niet doorkruist, wordt een alarm
afgegeven.
H Schaal van de drukcurve met displaybereik van
0 tot 20, 0 tot 50, of 0 tot 100 cmH
0 tot 50, of 0 tot 100 hPa). De schaalverdeling
wordt automatisch ingesteld.
Druk-alarmen in automatische
beademingsmodi
Als de Fabius gedurende een bepaalde tijd geen
ademhaling herkent, wordt het alarm APNOE-
DRUK!! of APNOE-DRUK!!! getriggerd, zie
hoofdstuk ''Alarm – Oorzaak – Oplossing'' op
pagina 156.
Gebruiksaanwijzing Fabius Tiro SW 3.n
O
2
O (0 tot 20,
2