Systeemoverzicht
Functionele controle van de extra O
toevoer
– Draai het flowregelventiel (A) tegen de wijzers
van de klok in.
– Controleer of de vlotter vrij kan bewegen in de
flowbuis.
APL-ventiel
WAARSCHUWING
Risico op lichamelijk letsel bij de patiënt
Leidingen en kabels kunnen verstrikt raken
onder instelknop van het APL-ventiel en
daardoor het APL-ventiel blokkeren.
Leg alle kabels en leidingen, zoals bijv.
sample-leidingen, zo aan dat ze niet verstrikt
kunnen raken.
Het APL-ventiel heeft 2 functies:
– Tijdens manuele beademing is de maximale
ademwegdruk begrensd.
– Tijdens manuele beademing en spontane
ademhaling wordt het teveel aan gas naar het
anesthesiegas-afvoersysteem geleid.
De functionele status wordt alleen gegarandeerd
als het beademingsapparaat in de Man/Spont-
modus staat of wordt gebypassed.
34
-
Nadat de O
-insufflatie is beëindigd, moet het
2
2
flowregelventiel van de extra O
worden gesloten:
Draai het flowregelventiel (A) met de wijzers
van de klok mee tot de eindstand.
Er zijn verschillende instellingen mogelijk op de
instelknop van het APL-ventiel:
– Wisselen tussen manueel beademen (Man) en
spontaan ademhalen (Spont)
– Het instellen van de maximale ademwegdruk
voor manuele beademing
OPMERKING
Het APL-ventiel wordt automatisch van het
beademingssysteem gescheiden zodra een
automatische beademingsmodus wordt
geselecteerd.
WAARSCHUWING
Risico op excessief hoge ademwegdruk
Bij een storing in het beademingsapparaat,
schakelt het apparaat naar de Man/Spont
beademingsmodus.
Het APL-ventiel moet ook ingesteld zijn op
een drukbegrenzingswaarde die geschikt is
voor de patiënt bij het gebruik van
automatische beademingsmodi. Bij een
storing in het beademingsapparaat, de patiënt
manueel beademen.
Gebruiksaanwijzing Fabius Tiro SW 3.n
-toevoer volledig
2