Bewaking
De alarmgrenzen voor O
De voor de beademingsmodus geconfigureerde
standaard alarmgrenzen kunnen ongewijzigd
worden gebruikt, zie hoofdstuk ''De
fabrieksinstellingen herstellen'' op pagina 139.
of
De alarmgrenzen kunnen voor de actuele casus
afzonderlijk worden ingesteld:
1 Druk op de
-toets (A).
Volume Control
Het dialoogvenster met de alarmgrenzen (B) wordt
geopend.
2 Pas de bovenste en onderste waarden van de
alarmgrenzen van de O
zie instelbereiken van alarmparameters in
hoofdstuk ''De alarmgrenzen wijzigen'' op
pagina 138.
3 Bevestig de nieuwe waarden.
122
instellen
2
A
C
B
-concentratie (C) aan,
2
De O
-sensor kalibreren
2
De O
-sensor moet gedurende de hele kalibratie
2
worden blootgesteld aan de omgevingslucht. De
kalibratie van de O
-sensor wordt uitgevoerd in het
2
kader van de dagelijkse controle op de
bedrijfsgereedheid van de Fabius.
De O
-sensor kan in de volgende
2
beademingsmodi worden gekalibreerd:
– In de Standby-modus, zie hoofdstuk ''De O
sensor kalibreren'' op pagina 131.
– Tijdens de beademing (in alle beschikbare
beademingsmodi), zie hoofdstuk ''De O
sensor kalibreren'' op pagina 146
Gebruiksaanwijzing Fabius Tiro SW 3.n
-
2
-
2