Beademingsinstellingen Overnemen Tijdens Een Moduswijziging - Dräger Fabius Tiro Gebruiksaanwijzing
Verberg thumbnails
Zie ook voor Fabius Tiro:
- Aanvulling op de gebruiksaanwijzing (2 pagina's) ,
- Aanvulling op de gebruiksaanwijzing (8 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
Beademingsinstellingen overnemen
tijdens een moduswijziging
Volume Control
A
De beademingsinstellingen voor de nieuwe
beademingsmodus worden automatisch afgeleid
van de instellingen van de vorige
beademingsmodus. De bijbehorende instellingen
(A) in de nieuwe beademingsmodus worden
gemarkeerd weergegeven.
De instellingen voor RR, TI:TE en PEEP worden,
indien noodzakelijk, direct afgeleid van de
instellingen van de vorige beademingsmodus.
Bij wijziging van Volume Control in Pressure
Control:
– PINSP wordt ingesteld op de plateaudruk
(PLAT) die aanwezig was in Volume Control.
– Insp Flow wordt ingesteld op de laatst
gebruikte waarde of de fabrieksinstelling.
Bij wijziging van Pressure Support in Pressure
Control:
– Insp Flow wordt ingesteld op de laatst
gebruikte waarde of de fabrieksinstelling.
Bij wijziging van Pressure Control in Volume
Control:
– VT wordt ingesteld op de waarde die het
resultaat is van de deling van het laatste
minuutvolume (MV) door de
beademingsfrequentie (RR).
– TIP:TI wordt ingesteld op de laatst gebruikte
waarde of de fabrieksinstelling.
– PMAX wordt ingesteld op een waarde die
10 hPa (cmH
O) boven de plateaudruk (PLAT)
2
ligt, die aanwezig was in Pressure Control.
Gebruiksaanwijzing Fabius Tiro SW 3.n
Bij wijziging van Volume Control in Pressure
Support:
– Insp Flow wordt ingesteld op de laatst
gebruikte waarde of de fabrieksinstelling.
– ∆Psupp wordt ingesteld op de laatst gebruikte
waarde of de fabrieksinstelling.
– Trigger wordt ingesteld op de laatst gebruikte
waarde of de fabrieksinstelling.
Bij wijziging van Pressure Control in Pressure
Support:
– Insp Flow wordt ingesteld op de laatst
gebruikte waarde of de fabrieksinstelling.
– ∆Psupp wordt ingesteld op de laatst gebruikte
waarde of de fabrieksinstelling.
– Trigger wordt ingesteld op de laatst gebruikte
waarde of de fabrieksinstelling.
Bij wijziging van Volume Control in SIMV/PS
– PMAX en PEEP worden automatisch
overgenomen van de vorige modus en gebruikt
voor de nieuwe beademingsmodus.
Bij wijziging van Pressure Support in SIMV/PS:
– ∆Psupp , Insp Flow , Trigger, en PEEP
worden automatisch overgenomen van de
vorige modus en gebruikt voor de nieuwe
beademingsmodus.
Bij wijziging van SIMV/PS met Pressure Support
in Pressure Support:
– ∆Psupp en Insp Flow worden automatisch
overgenomen van de vorige modus en gebruikt
voor de nieuwe beademingsmodus.
Bij wijziging van SIMV/PS in Pressure Support:
– Trigger en PEEP worden automatisch
overgenomen van de vorige modus en gebruikt
voor de nieuwe beademingsmodus.
Bediening
107
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
