Inhoudsopgave
Advertenties
Een pieptoon van
2 seconden iedere
2 seconden
(DI modellen).
Een pieptoon van
2 seconden elke minuut
(DI modellen).
Een pieptoon van
2 seconden iedere
15 minuten
(DI modellen).
Continu piepen.
Motor start niet
ANDERE WAARNEMING
Motor wentelt niet.
• Uitlaatsysteem oververhit.
• Brandstofpeil is te laag.
• Accuspanning erg laag.
• Storing koelmiddel- en uitlaat-
gas-temperatuursensoren of
TPS (throttle position sensor) of
CPS (crankshaft position sen-
sor).
• Storing MPEM.
• Oliepeil in injectiereservoir te
laag.
• Motor oververhit
MOGELIJKE OORZAAK
• Veiligheidskoord verwijderd.
• Zekering
doorgebrand
MPEM of in schakelkast: accu,
startsysteem, brandstofpomp
(DI modellen ).
• Accu ontladen.
• Accu-aansluitingen
gecorrodeerd of los.
• Motor onder water.
• Sensor defect
( R FI e n D I m o d el l e n ) o f
MPEM.
• Motor vastgelopen.
• Jetpomp vastgelopen.
Zie OVERVERHITTING van de
motor.
Tank zo snel mogelijk.
Doe een beroep op een erkend
SEA-DOO dealer.
Doe een beroep op een erkend
SEA-DOO dealer.
Doe een beroep op een erkend
SEA-DOO dealer.
Hervullen.
Zie OVERVERHITTING van de
motor.
REMEDIE
Installeer kapje in contact.
aan
Controleer de bedrading en
vervang de zekering(en).
Doe een beroep op een erkend
SEA-DOO dealer.
Doe een beroep op een erkend
SEA-DOO dealer.
Zie MOTOR ONDER WATER in
de SPECIALE PROCEDURES.
Doe een beroep op een erkend
SEA-DOO dealer.
Doe een beroep op een erkend
SEA-DOO dealer.
P ro be er te re ini gen . Do e
anders een beroep op een
erkend SEA-DOO dealer.
109
Advertenties
Inhoudsopgave
