Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Insulinegegevens Voor Injectie Invoeren - Medtronic Paradigm Veo Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

Als u de nieuwe BG-meetwaarde wilt gebruiken voor kalibratie, selecteert u Opslaan en
kalibreren. Deze optie is beschikbaar wanneer de functie Autokalibratie Uit staat en de sensor met
de pomp communiceert. De BG-meetwaarde moet liggen tussen 2 mmol/l (40 mg/dl) en 22,2 mmol/l
(400 mg/dl).
Als de Bolus Wizard aan staat en de opgeslagen BG-meetwaarde onder uw BG-streefbereik ligt,
dan verschijnt het scherm BG-invoer. Dit scherm geeft aan dat de opgeslagen bloedglucose-
meetwaarde lager is dan het bloedglucose-streefbereik dat is ingesteld in de Bolus Wizard. De
pomp piept drie keer. Zie Bloedglucose-streefwaarde (streef-BG) instellen, op blz. 87 voor
meer informatie.
Als de Bolus Wizard aan staat, de opgeslagen BG-meetwaarde boven uw BG-streefbereik ligt,
en de geschatte correctiebolus de ingestelde stapgrootte overtreft, dan verschijnt het scherm
BG-invoer. Dit scherm geeft aan dat de opgeslagen bloedglucose-meetwaarde hoger is dan het
bloedglucose-streefbereik dat is ingesteld in de Bolus Wizard. De pomp piept drie keer. Ga naar
het scherm BG INVOEREN van de Bolus Wizard en voer een correctiebolus in. Zie Bloedglucose-
streefwaarde (streef-BG) instellen, op blz. 87 voor meer informatie.
Als de informatie niet juist is, selecteert u Annuleren en drukt u op ACT. Het scherm MARKEER
GEBEURTENIS verschijnt weer, met BG-invoer geselecteerd. Herhaal de procedure en voer de juiste
gegevens in.

Insulinegegevens voor injectie invoeren

Voer onderstaande stappen uit voor het invoeren van de hoeveelheid insuline die u gebruikt.
1
Open het scherm INSULINE INVOEREN.
HOOFDMENU > Markeer gebeurtenis > Insulinemarker
Het scherm INSULINE INVOEREN verschijnt, met knipperende streepjes of de laatst ingevoerde
insulinehoeveelheid.
2
Voer de injectiehoeveelheid in en druk op ACT. Er verschijnt een melding waarin u wordt gevraagd of u
deze informatie wilt opslaan. De optie Ja is geselecteerd.
3
Controleer of de op het scherm weergegeven insulinehoeveelheid klopt.
Als de informatie juist is, drukt u op ACT. De ingevoerde informatie wordt in het systeem opgeslagen
en kan nu ook in rapporten worden verwerkt.
Als de informatie niet juist is, selecteert u Nee en drukt u op ACT. Het scherm MARKEER
GEBEURTENIS verschijnt. Herhaal de procedure en voer de juiste gegevens in.
Basisinstellingen programmeren
53

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave