LAAG VOORSPELD
Oorzaak: De sensorglucose-meetwaarden kunnen binnen de geselecteerde tijd de ingestelde ondergrens van
het sensorglucosebereik overschrijden. Staat het alarmtype ingesteld op geluidssignalen, dan laat de pomp
bij een waarschuwing drie geleidelijk lager wordende tonen horen.
HOOG VOORSPELD
Oorzaak: De sensorglucose-meetwaarden kunnen binnen de geselecteerde tijd de ingestelde bovengrens van
het sensorglucosebereik overschrijden. Staat het alarmtype ingesteld op geluidssignalen, dan laat de pomp
bij een waarschuwing drie geleidelijk hoger wordende tonen horen.
STIJGSNELHEID
Oorzaak: De sensorglucose-meetwaarden stijgen met een snelheid gelijk aan of hoger dan de ingestelde
maximale stijgsnelheid. Staat het alarmtype ingesteld op geluidssignalen, dan laat de pomp bij een
waarschuwing twee geleidelijk hoger wordende tonen horen.
DAALSNELHEID
Oorzaak: De sensorglucose-meetwaarden dalen met een snelheid gelijk aan of hoger dan de ingestelde
maximale daalsnelheid. Staat het alarmtype ingesteld op geluidssignalen, dan laat de pomp bij een
waarschuwing twee geleidelijk lager wordende tonen horen.
SENSORFOUT
Oorzaak: Het sensorsignaal is te hoog of te laag.
Actie: De sensor hoeft niet te worden vervangen. Wis de melding. Als de waarschuwing aanhoudt, controleert
u de zender met de tester.
Alarmmeldingen
De pomp is uitgerust met een zeer geavanceerd veiligheids- en controlesysteem. Als het systeem iets
ongewoons opmerkt, attendeert de pomp u op situaties die onmiddellijk om aandacht vragen. De
schermverlichting van de pomp gaat aan en de desbetreffende alarmmelding verschijnt op het scherm.
194
Problemen oplossen en meldingen