b.
Voer de BG-meetwaarde in en druk op ACT. Uw sensor is nu gekalibreerd met de BG-meetwaarde
die u heeft ingevoerd.
•
Als de Bolus Wizard uit staat, verschijnt nu het SENSORMENU.
•
Als de Bolus Wizard aan staat en de opgeslagen BG-meetwaarde onder uw BG-streefbereik ligt,
dan verschijnt het scherm Kal-invoer. Dit scherm geeft aan dat de opgeslagen bloedglucose-
meetwaarde lager is dan het bloedglucose-streefbereik dat is ingesteld in de Bolus Wizard. De
pomp piept drie keer. Zie Bloedglucose-streefwaarde (streef-BG) instellen, op blz. 87 voor meer
informatie.
•
Als de Bolus Wizard aan staat, de opgeslagen BG-meetwaarde boven uw BG-streefbereik ligt,
en de geschatte correctiebolus de ingestelde stapgrootte overtreft, dan verschijnt het scherm
Kal-invoer. Dit scherm geeft aan dat de opgeslagen bloedglucose-meetwaarde hoger is dan het
bloedglucose-streefbereik dat is ingesteld in de Bolus Wizard. De pomp piept drie keer. Ga naar
het scherm BG INVOEREN van de Bolus Wizard en voer een correctiebolus in. Zie het hoofdstuk
Bolus Wizard gebruiken voor meer informatie.
•
Als de informatie niet juist is, selecteert u Annuleren en drukt u op ACT. Het SENSORMENU
verschijnt weer, met Kalibreren geselecteerd. Herhaal de procedure en voer de juiste gegevens
in.
3
U kunt een BG-waarde van de meter handmatig invoeren in het MARKEER GEBEURTENIS-menu. Volg
onderstaand pad:
HOOFDMENU > Markeer gebeurtenis > BG-invoer
Zie Bloedglucose-meetwaarden invoeren, op blz. 51 voor meer informatie.
BG-meetwaarden invoeren via uw gekoppelde meter:
1
Controleer uw bloedglucosespiegel met een vingerprikmeting.
2
De bloedglucose-meetwaarde wordt automatisch door de meter naar uw pomp gestuurd. Deze waarde
verschijnt in het volgende scherm: BG naar sensor? Selecteer Ja als u de sensor wilt kalibreren. Selecteer
Nee als u de BG-waarde niet voor kalibratie wilt gebruiken.
Controleer of de pomp en de meter correct zijn geprogrammeerd om met elkaar te communiceren. Zie
de paragraaf Optie Meter voor meer informatie.
148
Sensorfuncties