Insulinepomptherapie - follow-up
Hopelijk bent u inmiddels vertrouwd geraakt met het gebruik van de pomp, en heeft de insulinepomptherapie
verbetering gebracht in uw bloedglucosewaarden. Diabetes-therapie houdt echter veel meer in dan alleen
het reguleren van uw bloedglucosespiegel. U dient aandacht te besteden aan uw algehele geestelijke en
lichamelijke conditie. Dat houdt onder meer in dat u medische hulp inroept voor elke verandering in uw
gezondheidstoestand, of die nu wel of niet rechtstreeks voortvloeit uit uw diabetes. De volgende
aanbevelingen gelden zowel voor diabetes in het algemeen als voor de follow-up van de
insulinepomptherapie. Bedenk dat uw diabetesbehandelteam de aangewezen personen zijn om u te helpen
bij het succesvol behandelen van uw diabetes.
Aanbevolen follow-up
Elke dag
•
Bloedglucose controleren: vier- tot zesmaal per dag en altijd voor het slapengaan.
•
Uw bloedglucose vóór elke autorit controleren. Tijdens het rijden altijd snelwerkende koolhydraten bij
u dragen.
•
Als uw bloedglucose tweemaal achtereen hoger is dan 13,9 mmol/l (250 mg/dl): insuline spuiten en de
infusieset vervangen.
Elke maand
•
Richtlijnen ter voorkoming van DKA (diabetische ketoacidose) doornemen.
•
Uw bloedglucose ten minste eenmaal per maand om 03:00 controleren.
•
Uw bloedglucose twee uur na elke maaltijd op één bepaalde dag controleren.
Elke drie maanden
•
Een afspraak met uw diabetesbehandelteam maken, ook als u zich goed voelt en uw
bloedglucosewaarden in orde zijn.
•
Samen met uw diabetesbehandelteam uw bloedglucose-dagboek en pompinstellingen doornemen.
•
Een HbA1c-test laten uitvoeren.
Insulinepomptherapie - follow-up
181