Volg de onderstaande kalibratieprocedure voor het beste resultaat:
•
Zorg ervoor dat u verspreid over de dag 3 tot 4 keer een kalibratie uitvoert.
•
Kalibreer de sensor niet tijdens snelle glucosewisselingen, zoals na een maaltijd of na lichaamsbeweging.
•
Voer de bloedglucosewaarde van de meter direct na het meten in de pomp in. Wacht niet met
invoeren.
•
Zorg ervoor dat uw vingers schoon en droog zijn als u uw bloedglucosespiegel controleert.
•
Gebruik alleen de vingertoppen om bloed te prikken voor kalibratie.
Als de zender met succes signalen naar de pomp verstuurt, kunt u de zender en de sensor desgewenst
afdekken met een pleister.
Bloedglucose-meetwaarden invoeren voor kalibratie
Sensorkalibratie is noodzakelijk voor optimale prestaties van de glucosesensor. Alleen bloedglucose-
meetwaarden tussen 2,2-22,2 mmol/l (40–400 mg/dl) worden als geldig geaccepteerd voor
sensorkalibratie.
Volg een van de volgende manieren voor het kalibreren van de sensor, ook voor de eerste kalibratie na het
initialiseren. U kunt bloedglucose-meetwaarden handmatig invoeren of via uw gekoppelde meter.
BG-meetwaarden handmatig invoeren:
1
U kunt een BG-waarde van de meter handmatig invoeren in de Bolus Wizard.
a.
Druk op de knop
HOOFDMENU > Bolus > Bolus Wizard gebruiken
b.
Gebruik de omhoog/omlaag-knoppen van de pomp om de BG-waarde van uw meter in te voeren.
Druk op ACT.
c.
Selecteer Ja om te kalibreren, of Nee om te annuleren, zodra de volgende vraag verschijnt: BG naar
sensor?
2
U kunt een BG-waarde van de meter handmatig invoeren in het SENSORMENU.
a.
Volg onderstaand pad:
HOOFDMENU > Sensor > Kalibreren
van de pomp of ga via het HOOFDMENU naar het scherm BG INVOEREN:
Sensorfuncties
147