Het scherm bevat informatie over:
•
De laatste bolustoediening
•
De huidige basale toediening
•
De hoeveelheid actieve insuline (indien van toepassing)
•
Speciale functies die zijn ingeschakeld
•
De laatste melding (alarm of waarschuwing) die in de voorafgaande 24 uur is gewist
•
De meest recente bloedglucose-meetwaarde van de voorafgaande 24 uur
•
De status van het reservoir
•
De status van de batterij
•
De tijd en de datum
Zie het hoofdstuk Specificaties pomp voor een volledige lijst van de informatie die kan worden weergegeven
op het STATUS-scherm.
Als u de pomp verwijdert
Er kunnen zich gelegenheden voordoen dat u de pomp moet of wilt loskoppelen. Als u uw pomp moet
loskoppelen en opbergen, wordt aanbevolen om het volgende te doen:
•
Laat de batterij in de pomp zitten.
•
Noteer uw huidige basale snelheden en gebruik de functie Instellingen opslaan (zie de paragraaf
Instellingen opslaan in het hoofdstuk Hulpprogramma's).
•
Om de batterij te sparen als volgt te werk gaan: basale snelheden op 0 (nul) zetten, meter en
afstandsbediening uitzetten en auto-uit op streepjes of nullen zetten.
Bedenk dat u nog steeds insuline nodig heeft als de pomp verwijderd is.
Het is van groot belang dat u met uw diabetesbehandelteam overlegt wat voor u het meest geschikte
alternatief is. U kunt de pomp maximaal één uur loskoppelen zonder insuline te nemen. Als u de pomp langer
dan één uur losgekoppeld laat, moet u op een andere manier insuline toegediend krijgen. Bijvoorbeeld via
injecties met snelwerkende insuline, of door de pomp voor het toedienen van een bolus opnieuw aan te
koppelen.
De eerste kennismaking
35