en ontvanger. Een vergelijkbaar effect is te verwachten bij andere apparatuur in dezelfde frequentieband.
Deze interferentie (storing) leidt echter niet tot het verzenden van onjuiste gegevens of tot schade aan de
zender.
De pomp activeert de waarschuwing ZWAK SIGNAAL als één of meer glucosemetingen niet volgens schema
binnenkomen. (Bij een langere onderbreking van de communicatie verschijnt ook de waarschuwing
GN SIGN SENSOR.)
Communicatieproblemen kunnen vaak worden opgelost door:
•
De afstand tussen ontvanger en zender (inclusief RF-glucosemeters) te verkleinen tot maximaal
1,8 meter (6 feet);
•
Uit de buurt van andere RF-apparatuur te gaan of deze uit te schakelen; of
•
De zender en/of de ontvangstapparatuur te draaien of te verplaatsen.
Communicatieproblemen kunnen ook worden veroorzaakt door storing van mobiele telefoons. Er zijn tests
uitgevoerd met verschillende soorten mobiele telefoons. Deze tests hebben uitgewezen dat het gebruik van
zo'n telefoon binnen een afstand van 31 cm (12 inch) van ontvangers, zenders of RF-glucosemeters de
ontvangst van verzonden glucosewaarden kan storen. De normale communicatie kan in zo'n geval weer
worden hersteld door:
•
De mobiele telefoon uit te zetten; of
•
Tijdens het verzenden van glucosewaarden een afstand van ten minste 31 cm (12 inch) te bewaren tussen
de mobiele telefoon en de ontvanger, de zender of de glucosemeter.
Neem bij vragen contact op met Medtronic Diabetes.
Inleiding
9