MARKEER GEBEURTENIS
Bevat de opties voor het invoeren van informatie over verschillende gebeurtenissen. Voorbeelden van
gebeurtenissen zijn: de hoeveelheid insuline die is gebruikt voor injecties, of de hoeveelheid koolhydraten
die u heeft genuttigd als maaltijd of tussendoortje. De optie Markeer gebeurtenis verschijnt in het
HOOFDMENU nadat deze functie is ingeschakeld in het HULPPROGRAMMAMENU. Zie de paragraaf
Gebeurtenissen markeren in het hoofdstuk Basisinstellingen programmeren voor meer informatie.
BASAALMENU
Bevat de functies voor het instellen en toedienen van de basale insuline. Zie de paragraaf Basale snelheid in
het hoofdstuk Basisinstellingen programmeren voor meer informatie.
RESERVOIR- EN SETMENU
Bevat de functies voor het vervangen van het reservoir en het vullen van de infusieset met insuline. Zie de
paragraaf Infusieset vervangen in het hoofdstuk Beginnen met insuline voor meer informatie.
HULPPROGRAMMAMENU
Bevat functies ten behoeve van meer veiligheid en gemak. Zie het hoofdstuk Hulpprogramma's voor meer
informatie.
STATUS-scherm
Het STATUS-scherm geeft actuele informatie over de activiteit van de
pomp. Controleer de pompstatus (met de ESC-knop) NIET tijdens het
programmeren van de pomp. Als u tijdens het programmeren op ESC
drukt, annuleert u de instellingen die u aan het invoeren bent.
De informatie op het STATUS-scherm hangt af van de instellingen en de
activiteiten van de pomp op dat moment.
•
Als u het STATUS-scherm wilt openen, drukt u op ESC tot het STATUS-scherm wordt weergegeven.
•
Als u meer tekst wilt zien op het STATUS-scherm, drukt u op
te bekijken.
•
Als u het STATUS-scherm wilt sluiten, drukt u op ESC tot het STATUS-scherm is verdwenen.
34
De eerste kennismaking
of
om te bladeren en alle informatie