Insuline - Een hormoon dat het
lichaam nodig heeft om
glucose (suiker) te kunnen
benutten als energiebron. De
bèta-cellen van de alvleesklier
produceren deze insuline.
Insulinegevoeligheid - De mate
waarmee één eenheid insuline
uw bloedglucosewaarde (BG)
verlaagt. (Boluswizard-
gegevens.)
Insuline-koolhydraatratio (KH-
ratio) - De hoeveelheid
insuline die nodig is om een
gegeven aantal koolhydraten
te compenseren. Op basis van
de KH-ratio kunt u schatten
hoe groot de bolus moet zijn
voor het aantal koolhydraten
dat u gaat eten. Uw
diabetesbehandelteam stelt
uw KH-ratio vast.
Interstitieel vocht - Het vocht
tussen de cellen van het
menselijk lichaam.
K
Kalibratieherinnering (Kal.-
herin.) - De waarde die u kiest
voor de kalibratieherinnering
bepaalt hoelang vantevoren de
melding METER BG OM
verschijnt voordat de huidige
kalibratiewaarde ongeldig
wordt, en een nieuwe
kalibratie moet zijn
uitgevoerd. Staat de waarde
voor de kalibratieherinnering
bijvoorbeeld ingesteld op
2 uur, dan verschijnt de
waarschuwing METER BG OM
twee uur voordat kalibratie
vereist is.
Kalibreren - Controleren,
aanpassen of instellen van een
standaard (de pomp
kalibreren).
Keton - Een stof die het menselijk
lichaam aanmaakt als er niet
genoeg insuline in het bloed
zit.
KH - Koolhydraten
KH-eenheid - De gehanteerde
maateenheid voor voeding bij
gebruik van de boluswizard, in
Gram (grammen koolhydraten)
of Equivalenten (koolhydraat-
equivalenten).
KH-ratio (Koolhydraatratio) -
Wordt gebruikt bij het tellen
van koolhydraten in grammen.
De hoeveelheid koolhydraten
die wordt gecompenseerd door
één (1) eenheid insuline. (Zie
ook Equiv.ratio.)
Koolhydraten - Een van de drie
belangrijkste energie- of
caloriebronnen in voedsel.
Koolhydraten bestaan
voornamelijk uit suikers, die
worden aangetroffen in fruit,
melk en zetmeelproducten. Ze
worden door het lichaam
omgezet in glucose.
Koppelen - Het aanzetten en
instellen van de optie Meter,
waardoor de pomp met een
BG-meter kan communiceren
en bloedglucose-meetwaarden
van de meter kan ontvangen.
kPa (kilopascal) - Maateenheid
(1 kilopascal = 1000 pascal).
Gebruikt voor het meten van
atmosferische druk. 1 pascal is
1 newton per vierkante
meter.
L
LAAG (glucosewaarschuwing) -
De pomp activeert een
waarschuwing als de sensor
aangeeft dat de
sensorglucosewaarde gelijk is
aan of lager is dan deze
waarde. U kunt deze functie
aan- of uitzetten.
Laag: pompstop - Deze functie
heeft als taak om de
insulinetoediening stop te
zetten wanneer uw
sensorglucose de ingestelde
grenswaarde voor Laag:
pompstop bereikt of
overschrijdt.
Laag reserv-waarsch. - Laag
reservoir-waarschuwing.
Programmeerbare melding die
u waarschuwt wanneer ofwel
een bepaald aantal eenheden
over is in het reservoir, ofwel
een bepaalde hoeveelheid tijd
over is voordat het reservoir
leeg is.
LDL - Lage Dichtheid
Lipoproteïne. Een verbinding
van lipiden en proteïnen, met
meer lipiden dan proteïnen,
die fungeert als
transportmiddel voor de
cholesterol in het bloed.
Woordenlijst
243