86
Instrumenten en bedieningsorganen
Wis-/wasinstallatie voorruit
Voorruitwissers
: uit
7
AUTO of P : intervalwissen of auto‐
matisch wissen met
regensensor
1
: langzaam
2
: snel
Niet inschakelen wanneer de voorruit
bevroren is.
Uitschakelen in wasstraten.
Instelbaar wisinterval
Wisserhendel in stand AUTO of P.
Draai aan het stelwiel om het gewen‐
ste wisinterval in te stellen:
kort interval
: stelwiel omhoog‐
draaien
lang interval
: stelwiel omlaag‐
draaien
Automatische wisfunctie met
regensensor
Wisserhendel in stand AUTO of P.
De regensensor registreert de
hoeveelheid neerslag op de voorruit
en stuurt automatisch de wissnelheid
van de voorruitwisser aan.
Na het uitschakelen van het contact
moet automatisch wissen steeds
opnieuw worden geselecteerd.
Instelbare gevoeligheid regensensor
Aan stelwiel draaien om de gevoelig‐
heid in te stellen:
geringe gevoe‐
: stelwiel omhoog‐
ligheid
draaien
hoge gevoelig‐
: stelwiel omlaag‐
heid
draaien
De regensensor zit op de voorruit.
Sensorzone vrijhouden van stof, vuil
en ijs.