Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Voorzichtig
Sleep de auto niet vanaf de
achterkant. Het sleepoog vooraan
mag alleen worden gebruikt om te
slepen. Het is niet geschikt om een
voertuig te bergen.
Voorzichtig
Activeer de kindersloten in de
achterportieren als de zitplaatsen
achterin bezet zijn. Kindersloten
3 32.
Contact inschakelen zodat de
remlichten, claxon en voorruitwissers
kunnen werken en het stuurwiel een
klein beetje draaien om het stuurslot
te ontgrendelen.
Let op
Afhankelijk van de versie moet u
wellicht de motor starten om de
remlichten te laten werken.
Versnellingsbak in neutrale stand.
Voorzichtig
Langzaam wegrijden. Schok‐
kende bewegingen vermijden.
Buitensporige trekkrachten
kunnen de auto beschadigen.
Bij uitgeschakelde motor gaat
remmen en sturen aanmerkelijk
zwaarder.
Alarmknipperlichten inschakelen
3 111.
Recirculatiesysteem 3 118 inschake‐
len en ruiten sluiten, zodat geen
uitlaatgassen van de slepende auto
kunnen binnendringen.
De hulp van een werkplaats inroepen.
Na het wegslepen, sleepoog
losdraaien en kapje terugplaatsen.
Verzorging van de auto

Andere auto slepen

Het vaste sleepoog bevindt zich
onder de achterbumper, links op de
auto.
Sleepkabel – beter is een sleepstang
– aan het achterste sleepoog beves‐
tigen, nooit aan de achteras of achter‐
wielophanging.
Achterste sleepoog alleen gebruiken
om de auto weg te slepen en niet om
deze te bergen.
203

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave