Luchtrecirculatiemodus weer met
4 uitschakelen.
9 Waarschuwing
Als het luchtrecirculatiesysteem is
ingeschakeld, vermindert de lucht‐
verversing. Bij het gebruik zonder
koeling neemt de luchtvochtigheid
toe waardoor de ruiten van
binnenuit kunnen aandampen. De
kwaliteit van de binnenlucht neemt
na verloop van tijd af, wat tot
vermoeidheidsverschijnselen bij
de inzittenden kan leiden.
Wanneer de omgevingslucht warm
en zeer vochtig is, kan de voorruit aan
de buitenkant aandampen wanneer
er koude lucht naartoe stroomt. Als de
voorruit aan de buitenkant aandampt,
schakel dan de voorruitenwisser in en
gebruik de luchtverdeelstanden J en
V niet.
Maximale koeling
Ruiten kortstondig openen zodat de
warme lucht snel kan ontsnappen.
● Koeling A/C aan.
● Luchtrecirculatiesysteem 4
aan.
● Luchtverdeelschakelaar op M
zetten.
● Draaiknop voor temperatuur in
laagste stand zetten.
● Ventilatorsnelheid op hoogste
stand zetten.
● Alle luchtroosters openen.
Ruiten ontwasemen en ontdooien
● Draaiknop voor temperatuur in
hoogste stand zetten.
● Ventilatorsnelheid op hoogste
stand zetten.
● Luchtverdeelschakelaar op V
zetten.
● Schakelaar koeling A/C AAN.
● Verwarming achterruit Ü inscha‐
kelen.
Klimaatregeling
● Zijdelingse luchtroosters openen
naar wens en op de zijruiten rich‐
ten.
● Voor gelijktijdig verwarmen van
de voetenruimte, luchtverdeel‐
schakelaar op J zetten.
Verwarmbare achterruit 3 45.
Elektronisch
klimaatregelsysteem
Bedieningsorganen voor:
● luchtverdeling
● temperatuur
● luchtdebiet
119