176
Verzorging van de auto
● Zie de Gebruikershandleiding
voor meer informatie.
● Explosief gas kan in de buurt van
de accu aanwezig zijn.
Extra accu
Afhankelijk van de accessoires die op
de auto zitten, zijn bepaalde modellen
voorzien van een extra accu onder de
passagiersstoel voorin.
Let op
De extra accu wordt alleen automa‐
tisch aan de hoofdaccu gekoppeld
wanneer de motor loopt. De extra
accu hoeft niet te worden ontkop‐
peld voordat u de hoofdaccu ontkop‐
pelt of voordat u starthulpkabels
gebruikt.
Starthulp gebruiken 3 201.
Dieselbrandstoffilter
Het dieselbrandstoffilter is toeganke‐
lijk vanaf de onderkant van de auto.
Bij elke olieverversingsbeurt water‐
resten uit het filter aftappen.
Opvangbak onder het filterhuis plaat‐
sen. Kartelboutje aan de onderkant
van het filter ongeveer één slag
losdraaien om het water af te tappen.
Het filter is afgetapt zodra er diesel‐
brandstof zonder water verschijnt.
Schroef weer aanhalen.
Dieselbrandstoffilter met kortere
intervallen controleren als de auto
dienstdoet in buitengewone omstan‐
digheden.
Dieselbrandstofsysteem
ontluchten
Als de tank is leeggereden moet het
dieselbrandstofsysteem worden
geventileerd of ontlucht.
Bijtanken en als volgt te werk gaan:
Met de contactsleutel
● Het contact gedurende
vijf seconden per keer inschake‐
len (sleutel in stand 2).
● Contact gedurende
drie seconden uitschakelen
(sleutel in stand 1).