32
Sleutels, portieren en ruiten
Uitschakelen
Met ingeschakeld contact e op de
centrale vergrendelingstoets gedu‐
rende ca. 5 seconden ingedrukt
houden. De uitschakeling wordt
bevestigd door een geluidssignaal.
Centrale vergrendelingstoets 3 25.
Kindersloten
Het kinderslot voor de zijschuifdeur zit
achter op de schuifdeur.
Open de zijschuifdeur en schakel het
kinderslot in om te voorkomen dat de
deur van binnen kan worden
geopend.
9 Waarschuwing
Gebruik de kindersloten steeds
wanneer kinderen op de achter‐
bank zitten om te voorkomen dat
het portier per ongeluk van binnen
wordt geopend.
Draai de kinderslotschakelaar in de
zijschuifdeur met geschikt gereed‐
schap naar de vergrendelde stand;
de deur kan niet van binnen worden
geopend.
Het kinderslot blijft zelfs na het
ontgrendelen van de auto met de
afstandsbediening ingeschakeld. De
deur kan alleen van buiten af worden
geopend.
Schakel uit door de kinderslotschake‐
laar in de ontgrendelde stand te
zetten.
Portieren
Schuifdeur
Open en sluit de schuifdeur alleen
wanneer de auto stilstaat met de
handrem aangetrokken.
Trek de hendel naar achteren om te
ontgrendelen en van binnen uit te
openen.
De deur is van de binnenzijde te
vergrendelen met de binnenste
vergrendelingstoets.
Centrale vergrendeling 3 25.