9 Waarschuwing
Niet sneller rijden dan 80 km/u.
Niet langdurig gebruiken.
Stuur- en rijgedrag worden moge‐
lijk beïnvloed.
Bij een lekke band:
Handrem aantrekken en eerste
versnelling of achteruitversnelling
inschakelen.
De bandenreparatieset zit onder de
bestuurdersstoel. Boordgereedschap
3 188.
1. De compressor en de fles met
afdichtmiddel uit het koffertje met
de bandenreparatieset nemen.
2. Voedingskabel en de luchtslang
uit de vakken aan de onderkant
van de compressor halen.
3. Luchtslang op de aansluiting van
de fles met afdichtmiddel vast‐
schroeven.
4. Fles met afdichtmiddel in de
houder op de compressor vast‐
zetten.
Compressor dichtbij de band zo
neerzetten dat de fles met afdicht‐
middel rechtop staat.
5. Ventieldop van defecte band
losschroeven.
Verzorging van de auto
6. Schroef de vulslang op het
ventiel.
7. Schakelaar op de compressor in
stand O zetten.
8. Steek de elektrische aansluitka‐
bel in de 12 V-aansluiting of de
aanstekeraansluiting.
Om te voorkomen dat de accu
leegraakt, is het raadzaam de
motor te laten draaien.
195