122
Klimaatregeling
Verwarming achterin
De aanjager van de verwarming
achter in de passagiersruimte onder‐
steunt de luchtstroom naar het
achterste gedeelte van de passa‐
giersruimte via de uitstroomkanalen
achterin.
De hoeveelheid lucht wordt bepaald
door de aanjager. De luchttempera‐
tuur is in te stellen met de tempera‐
tuurregeling op het instrumentenpa‐
neel.
Airconditioning achterin
De airconditioning achterin werkt in
combinatie met de airconditioning
voorin.
Aanjagerschakelaar
airconditioning achterin
De aanjager van de airconditioning
achterin ondersteunt de luchtstroom
naar het achterste gedeelte van de
passagiersruimte via de uitstroomka‐
nalen achterin.
Wanneer de aanjager wordt inge‐
schakeld terwijl de airconditioning
werkt, kan er koele en ontvochtigde
(droge) lucht worden verspreid.
De hoeveelheid lucht wordt bepaald
door de aanjager.