34
Sleutels, portieren en ruiten
Bij het sluiten van de deuren bevestigt
u elke deurvanger op de pal op het
deurframe.
Altijd eerst de rechter deur sluiten en
daarna de linker deur.
Portiersloten 3 25, centrale vergren‐
deling 3 25.
Rijden met een open laadruimte
Open om in uitzonderlijke situaties te
kunnen rijden met geopende achter‐
deur rechts (bijv. als u lange voorwer‐
pen moet vervoeren), eerst de achter‐
deur links, de achterdeur rechts en
sluit de achterdeur links.
Let op
Gebruik niet de achterdeur links om
voorwerpen op hun plaats te
houden.
Zet indien mogelijk voorwerpen met
spanbanden aan de sjorogen vast
3 79.
Zet het slot binnen vast in zijn behui‐
zing door de hendel rechtsom in de
vergrendelde stand te draaien. De
deur is vergrendeld en kan niet van
buitenaf worden geopend.
Let op
De kentekenplaat is alleen goed
zichtbaar en verlicht als de achter‐
deuren gesloten zijn.
Schakel de vergrendeling uit door de
handgreep linksom te draaien, om de
deur te kunnen openen.