Elektrische verstelling
De betreffende buitenspiegel selecte‐
ren door de knop naar links of rechts
te schakelen en vervolgens de knop
te verdraaien om de spiegel af te stel‐
len.
Als de knop in de middelste stand
staat, is er geen spiegel geselec‐
teerd.
Inklapbare spiegels
Voor de veiligheid van voetgangers
klappen de buitenspiegels bij aansto‐
ten vanaf een bepaalde kracht weg uit
de normale stand. Spiegel dan door
licht op de spiegelbehuizing te druk‐
ken terugduwen.
Parkeerstand
U klapt de buitenspiegels in door
zachtjes op de buitenrand van de
behuizing te drukken, bijv. bij een
krappe parkeerplek.
Afhankelijk van de uitvoering kunnen
de buitenspiegels bij het vergrende‐
len van de auto automatisch in de
Sleutels, portieren en ruiten
parkeerstand worden ingeklapt.
Raadpleeg voor meer informatie de
handleiding Infotainment.
Verwarmde spiegels
Om in te schakelen Ü indrukken. De
activering wordt aangeduid door de
LED in de toets.
De verwarming werkt bij een draai‐
ende motor. Deze wordt na korte tijd
automatisch uitgeschakeld.
Klimaatregelsysteem 3 117.
41