2.22
Lekkage
In het geval van een lek moeten de volgende maatregelen worden genomen:
– Het betreffende bouwdeel uitschakelen en indien mogelijk drukloos maken.
– Geschikte opvangcontainers onder plaatsen.
– Bouwdeel/pakking vervangen.
– Uitgelopen media onmiddellijk verwijderen zonder resten achter te laten.
2.23
Verbod op niet-geautoriseerdewijzigingen en verbouwingen
Alle niet-geautoriseerde wijzigingen en verbouwingen zijn uitdrukkelijk verboden.
Ze vereisen de uitdrukkelijke toestemming van de producent. Het is ten strengste ver-
boden om mechanische, elektrische, pneumatische of hydraulische veiligheids- en
stuurinrichtingen te wijzigen, te omzeilen of buiten werking te stellen.
2.24
Veiligheids- en beveiligingsinrichtingen
Na het uitvoeren van werkzaamheden aan de veiligheidsinrichtingen een gedocumen-
teerde functietest uitvoeren. Regelmatige de werking van de veiligheidsinrichtingen
controleren, onderhoudsintervallen in acht nemen.
De veiligheidsinrichting van de machine bestaat uit:
Noodstop-schakelaar op het bedieningselement Rooien.
Noodstop-schakelaar op de bedieningsconsole van de sorteerstand.
Beschermplaten, beschermdop.
Veiligheidsschakelaars.
Veiligheids- en beschermingsbeugels.
Gevaar door niet actieve veiligheidsinrichtingen.
Defecte of niet werkende veiligheidsinrichtingen kunnen ernstige verwondingen en
gevaren niet meer voorkomen.
– Na onderhoudswerkzaamheden en voor het herstarten van de machine, moet u
er in elk geval voor zorgen dat alle veiligheidsinrichtingen volledig gemonteerd en
functioneel zijn.
GEVAAR
Veiligheids- en beveiligingsinrichtingen
Veiligheid
35 / 389